Onze visie & peilers
Utrecht de ideale studentenstad
De visie van VIDIUS, met als titel “De Ideale Studentenstad”, geeft het beeld weer van de ideale situatie voor studenten in Utrecht volgens VIDIUS en haar leden. Jullie worden meegenomen door het gedachtegoed en het streven van VIDIUS als belangenbehartiger, als organisatie en als centraal baken voor de student in Utrecht.
VIDIUS is in juni 2011 ontstaan uit een fusie tussen drie organisaties, Overkoepelend Orgaan Faculteitsverenigingen Utrecht (OOFU), LinQ en USF Studentenbelangen. OOFU was de belangenbehartiger van alle studieverenigingen van de Universiteit Utrecht, LinQ was een orgaan dat de medezeggenschap aan de Universiteit Utrecht ondersteunde en USF Studentenbelangen (voorheen Utrechtsche Studenten Faculteiten) was de studentenvakbond voor alle studenten van de Hogeschool en de Universiteit Utrecht.
Vanaf september 2010 waren de toenmalige besturen van die organisaties met elkaar in gesprek over een nauwere samenwerking. Dit overleg heeft bij de drie organisaties geleid tot de wens voor verregaande integratie en daarom hebben zij in december 2010 een regiegroep ingesteld, die de mogelijkheden tot fuseren onderzocht heeft. Uiteindelijk is op 15 juni 2011 besloten door de Algemene Ledenvergadering van USF Studentenbelangen om over te gaan tot een economische fusie met als resultaat: VIDIUS Studentenunie.
Geschiedenis
Utrechtsche Studenten Faculteiten
De USF is in 1939 opgericht als onderafdeling van het Utrechtsch Studenten Corps (USC). De afkorting USF staat voor Utrechtsche Studenten Faculteiten (oude spelling). In 1964 werd zij een onafhankelijke vereniging. In de jaren '60 was de USF een bloeiend vakbond voor studenten van de Universiteit. Zij had ondermeer een kantoor met vier betaalde medewerkers, een eigen drukkerij en een slordige tienduizend leden. Studenten die lid werden konden van diverse faciliteiten gebruik maken, zo kregen ze een reductiepas waarmee ze korting konden krijgen op studieboeken en artikelen van diverse winkels in Utrecht. Het ledenblad Trophonios vervulde de functie die nu het Universiteitsblad heeft.
De vereniging USF is ooit voortgekomen uit de stichting USF. Op 15 juli 1964 zijn haar statuten bij koninklijk besluit goedgekeurd en op 20 oktober 1964 werden haar statuten gepubliceerd in de Nederlandse Staatscourant waarmee haar oprichting officieel een feit werd. Vanaf 1964 tot en met het heden loopt een verenigingsjaar van 1 september tot en met 31 augustus.
De organisatie van de USF bestond voornamelijk uit een aantal afdelingen per faculteit (de zogenaamde "Studenten Faculteiten") met daarboven een 7-koppig bestuur. Soms waren deze afdelingen zelfstandige studie- of faculteitsverenigingen die enigszins geliëerd waren aan de USF (zoals DSK of de VUGS), soms waren het echte onderafdelingen. Boven het bestuur stond de Utrechtse Studenten Faculteiten Raad (USFR). De USFR was een soort verenigingsraad, die bestond uit verschillende fracties, vergelijkbaar met de Tweede Kamer of de Universiteitsraad. De USFR bepaalde het beleid van de USF. Elk jaar vonden er verkiezingen voor de USFR plaats. In 1971 richtte de USF een studentenfractie voor de Universiteitsraad op: het Progressief Studenten Overleg (PSO).
In de jaren daarna veranderde USF sterk. Het ledenaantal daalde, de afdelingen van de USF werden zelfstandige studie- en faculteitsverenigingen of verdwenen. De drukkerij en een aantal andere organen werden zelfstandig. Bij het aanbreken van de jaren '80 stortte het USF-imperium ineen tot een kleine vereniging. In 1985 scheidde ook de studentenfractie PSO zich af van de USF en werd een zelfstandige vereniging.
In 1983 richtte de USF samen met een aantal andere plaatselijke studentenvakbonden de LSVb op. Sindsdien is de USF een lidorganisatie van de LSVb. Via de LSVb houdt de USF zich op landelijk niveau bezig met allerlei ontwikkelingen op het gebied van onderwijs, studiefinanciering en andere student-aangelegenheden. Doordat de LSVb ook in Utrecht gevestigd is (en tot het voorjaar van '94 zelfs in hetzelfde pand), heeft de USF vrij veel contact met de LSVb. Regelmatig stromen leden van de USF door naar het bestuur van de LSVb.
Door de botte bezuinigingen van de toenmalige minister Deetman van Onderwijs werd de USF weer wakker geschud. Na een succesvolle aktieperiode van 1988 kwam er weer een nieuw bestuur dat de vakbond praktisch van voren af aan moest opbouwen. Met zijn progressieve stellingname worstelde de USF met de rechtse tijdgeest van die jaren. Het ledental steeg slechts langzaam tot over de 400.
In april '93 ontstak een nieuwe golf van protest na de aankondigingen van de toenmalige minister Ritzen de basisbeurs met 90 gulden te verlagen. Een demonstratie in Den Haag, waar ruim 20.000 mensen aan meededen, werd door de politie grof uiteengeslagen, met honderden gewonden als gevolg. Een jaar later volgde op aankondigingen van nog meer bezuinigingen een landelijke demonstratie die uitliep op een spontane bezetting van de sporen van Utrecht CS. De USF voert zelf geen akties, maar ondersteunt onafhankelijke aktiecomités, zoals de Boze Utrechtse Studenten en Scholieren (BUSS).
Begin jaren '90 bleef het ledental laag en de opeenvolgende besturen zorgden voor onvoldoende continuïteit. Door alle bezuinigingen kwam de kwaliteit van het onderwijs ernstig in het gedrang. De USF nam het initiatief voor de Onderwijs Evaluatie Rapporten, dat leidde tot oprichting van Stichting OER. Ook het Universitair Milieu Platform werd een aparte organisatie.
Eind jaren negentig wordt meer aandacht besteed aan de professionalisering van de organisatie. Terwijl het ledental onder de 300 blijft, zijn er daarvan veel meer aktief. In oktober 1996 werd in het nieuwe kantoor Achter Sint Pieter het USF Studentensteunpunt geopend, waar studenten terecht kunnen met individuele problemen op het gebied van onderwijs, studiefinanciering en huisvesting bij vrijwilligers die ook de nodige kennis op dit gebied hebben. Omdat veel klachten bij meer studenten leveren heeft de USF met de Stichting OER het onderzoeksbureau Argos opgericht dat strukturele misstanden in kaart brengt. In 1999, bij het 60-jarig bestaan van USF zetten zij samen met vijf andere verenigingen het Sixpack feest op, dat begon als een lustrumfeest voor USF. Dit groeide later uit naar 8 verenigingen en het grootste feest van Utrecht, maar na 8 jaar kampte het feest met een hoop problemen en viel het uit elkaar.
LinQ
Bij de invoering van de MUB (Modernisering van de Universitaire Bestuursorganisatie) is het Universitair Overleg Orgaan opgericht (hierna UOO). Doel van het UOO was om een platform te zijn voor alle studenten aan de Universiteit Utrecht. Hier moesten studenten hun mening kunnen verkondigen. Hiertoe organiseerde het UOO jaarlijks verscheidene overleggen voor studenten, al dan niet actief in de medezeggenschap aan de Universiteit Utrecht (hierna UU). Daarnaast had het UOO de taak om elk jaar een kieslijst in te dienen voor de verkiezingen voor de studenten in de Universiteitsraad (hierna U-raad). Deze taak was vastgelegd in het kiesreglement van de UU.
Sinds twee jaren was het platform UOO niet meer actief. Er werden geen bijeenkomsten meer georganiseerd en het platform bestond feitelijk niet meer. De kieslijst voor het academisch jaar 2002-2003 was opgesteld door de fractie van het UOO die tijdens het jaar 2001-2002 vertegenwoordigd was in de U-raad. Van deze lijst werden vijf mensen verkozen in de U-raad.
Tijdens de inwerkperiode vatten deze studenten het idee op om het platform UOO weer nieuw leven in te blazen. Zij wilden zorgen dat de medezeggenschap aan de Universiteit een sprong voorwaarts zouden maken en zagen het platform daarbij als geschikt hulpmiddel. De andere studentenfracties (BRUG, DUO en Kritische Studenten) vonden dit een goed idee en wilden graag mee werken aan het nieuw opzetten van de organisatie. Het plan werd voorgesteld aan het SSC die er toestemming aan verleende. Zo zou de nieuwe organisatie de oude kamer van het platform UOO in Pnyx (ASP 25) mogen gebruiken, met de bijbehorende faciliteiten.
Al snel werd begonnen met het bepalen van de doelen van de nieuwe organisatie en het zoeken naar geschikte mensen voor in een nieuw bestuU-raad. Een voorwaarde was dat de studenten een behoorlijke ervaring in de medezeggenschap hadden. Daarnaast vonden de andere fracties, logischerwijs, dat de naam UOO moest verdwijnen. De nieuwe organisatie zou opgezet worden vanuit en door de gehele studentengeleding en daarbij was een naamsverbondenheid met een van de fracties niet gepast. Ook de verbondenheid met de lijst UOO die in het kiesreglement aanwezig was zou moeten verdwijnen.
De geleding vond in haar directe omgeving drie studenten die al ervaring hadden in de medezeggenschap aan de UU. Marieke Hart (student ASW), Johan Martens (student Sterrenkunde) en Vincent de Vaal (student Rechten). Na informatie- en sollicitatiegesprekken in mei en juni 2002 werden zij voorgedragen voor de functies van voorzitter, secretaris en penningmeester resp. Daarna hebben zij, samen met vertegenwoordigd van de studentengeleding van de U-raad, tijdens enkele vergaderingen beleidsdoelen geformuleerd en een daarbij behorend beleidsplan opgesteld. In september 2002 zijn zij na een kennismaking met het SSC officieel begonnen onder een nieuwe naam, met nieuwe doelen en frisse moed: linQ – organisatie ter verbetering van de studentmedezeggenschap aan de Universiteit Utrecht.
OOFU
Het OOFU stond voor Overkoepelend Orgaan Faculteitsverenigingen Utrecht. Het OOFU kwam op voor de belangen van studieverenigingen die aangesloten zijn bij de Universiteit Utrecht. Enerzijds deed het OOFU dit door te fungeren als klankbord bij studieverenigingen. Vier assessoren zorgden dat zij op de hoogte blijven van de problemen binnen hun cluster. Als deze problemen meerdere verenigingen aangingen, konden deze worden aangepakt door het OOFU.
OOFU bestond uit een voorzitter, secretaris, penningmeester en vier assessoren die tezamen de belangen van de studieverenigingen binnen Utrecht behartigden. Het OOFU organiseerde bijeenkomsten met alle aangesloten studieverenigingen, zodat problemen en oplossingen uitgewisseld konden worden. Daarnaast kregen ze subsidie van studentenservice die zij vervolgens moest verdelen onder haar lidverenigingen. Dit gebeurde middels een speciaal vastgesteld verdelingsmodel. Ook behartigden zij de belangen van de studieverenigingen, wanneer deze geschaad dreigden te worden, zoals met de (her)verdeling van de bestuursbeurzen. De continuïteit en daadkracht van het OOFU was echter een lastig punt en hun taak was vooral informatief en ondersteunend. Door de overlap in werkzaamheden en achterban tussen de verschillende organen LinQ, USF Studentenbelangen en OOFU is uiteindelijk besloten de drie te laten fuseren tot één vereniging; VIDIUS.