Het afgelopen jaar is door de voorzitter van het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht (UU) ruim €120.000 gedeclareerd aan binnenlandse vervoerskosten. Het gaat hierbij om (VIP)-taxiritten en chauffeurskosten binnen Nederland. De bestemmingen van de ritten is in de declaraties weggelakt, waardoor het doel van het vervoer onduidelijk is. VIDIUS studentenunie is geschrokken van deze bedragen.
In totaal werd er €124.343 aan binnenlandse vervoerskosten gedeclareerd door de universiteitsvoorzitter. Ook in vergelijking met andere nederlandse universiteiten is dit ontzettend veel. De declaraties van CvB-voorzitters voor binnenlandse reiskosten zit daar tussen de €4.256 (Universiteit van Amsterdam) en de €31.432 (Rijksuniversiteit Groningen). Ook vergeleken met de reiskostenvergoeding van de gemiddelde werknemer van de UU, die een reiskostenvergoeding van €0,06 per kilometer krijgt, zijn de declaraties op zijn zachtst gezegd opvallend.
Terwijl de kwaliteit en toegankelijkheid van het onderwijs steeds meer onder druk komen te staan, is er dus wel ruimte voor torenhoge declaraties van het CvB. “Dat ziet er heel vreemd uit,” zegt Tijn Tas, voorzitter van VIDIUS. “In een tijd waar we onderwijsbezuiniging na onderwijsbezuiniging moeten accepteren, heb je als voorzitter van het CvB een voorbeeldfunctie voor de Universiteit. Daar passen zulke declaraties absoluut niet bij.”
Niet alleen in Utrecht, maar ook in Den Haag roept het declaratiegedrag van de UU-bestuurder de nodige vragen op. De Tweede Kamerfractie heeft aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap gevraagd hoe zij deze kwestie ziet, en of zij een zogenaamde ‘doelmatigheidskorting’ op het salaris van de collegevoorzitter een passende maatregel zou vinden. Tas hoopt in ieder geval dat er wordt gekeken naar verbetering. “Het gemeenschapsgeld zou uitgegeven moeten worden aan het hoofddoel van de universiteit: kwalitatief onderwijs.”